De wereld van het grote geld, zoals bijvoorbeeld bank en en pensioenfondsen; maar ook: de groep van personen en families met zeer veel geld (ook wel elite genoemd).
Het grootkapitaal wordt een grote macht toegedacht. In dit verband wordt gesproken over plutocratie.
Voorbeeld
- 'VS aan leiband van grootkapitaal? - Een plutocratie is een maatschappij, waarin de rijken het voor het zeggen hebben. Is Amerika onder Trump een plutocratie aan het worden, of was het dat al?'
Bron: DFT, column Jaap van Duijn - 10-02-2016.
- 'Een aantal jaren geleden redde de overheid tijdens de grote financiële crisis de omvallende banken. En dat gebeurde fluitend. Die banken zijn er gezien de huidige directiesalarissen weer behoorlijk bovenop gekomen. Zou deze regering de ziekenhuizen dan nu laten stikken? Nee toch? .....Van Rutte, het kwispelende schoothondje van het grootkapitaal, verwacht niemand iets. Mark sprak deze week wel mooie woorden over zijn illustere voorganger Wim Kok, die tijdens zijn indrukwekkende carrière altijd ‘de premier van alle mensen’ wilde zijn. Kok zou met zo’n ziekenhuiscrisis als deze wel raad hebben geweten en zonder problemen geld hebben gevonden.'
Bron: NRC, column Youp van ’t Hek - 27-10-2018.
Engels: plutocracy, big capitalists, big business.
Engels: plutocracy, big capitalists, big business.
Zie ook: kapitalisme, grote geld, marktelite, plutocratie, plutogoog, big business, haute finance, captains of industry, old boys network, oligarch, oligarchie, corporatisme. Vergelijk: marxisme, arbeidersklasse, Jan met de pet, middenklasse, verdrukte midden.
Tip anderen
|