Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de economische groei gedomineerd wordt door de financiële sector; de dominantie van de financiële markten over de reële economie.
Een fenomeen dat vooral in de Verenigde Staten - veel meer dan in Japan en Europa - optreedt; een combinatie van zeer lage rentes en sterk gestegen schulden van overheid en huishoudens wordt door velen gezien als een tijdbom onder de financiële stabiliteit.
De vrees is dat de koppeling tussen financiële economie en reële economie steeds minder aanwezig is; men is bevreesd voor zeepbellen ('bubbles') als de Azië crisis, de Dot.com-hype en - zeer recent - de hypotheekcrisis in de VS, die de opmaat was voor de kredietcrisis in 2007-2009 en de Grote Recessie (2008 - 2012).
Engels: finance-based economy.
Zie ook: economie, systeemrisico, financialisering, FIRE economy, financiële conjunctuur, kredietcrisis, Grote Recessie, Vallstein Benchmark, financieel gedreven bedrijfscultuur, financiële massavernietigingswapens, verdienstelijking, flitskapitaal, Finanzkapital, rentenierseconomie, casinokapitalisme, hefboomwerking, speculeren, voodoo finance, zaitech, zeepbel. Vergelijk: reële economie, broader economy.
|
