Een soort aandeel: deel van het eigendom van een Ambachtsheerlijkheid.
Een bekend voorbeeld is de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen: in 1492 schonk Maximiliaan van Oostenrijk uit dank voor bewezen diensten een aantal slikken en gorzen in Zuid Holland aan zijn secretaris Gerard Numan, die aldus Ambachtsheer werd en onder meer het recht kreeg om bepaalde belastingen te heffen in het desbetreffende gebied.
Door verkoop en vererving raakte dit bezit verdeeld en ontstonden de ambachtsporties, in handen van verschillende (soms wel honderden) Ambachtsheren. Die lieten het bezit beheren door een rentmeester; het geheel leek dan nog het meeste op een coöperatie.
Cromstrijen is één van de weinige overgebleven Ambachtsheerlijkheden. De porties zijn verhandelbaar (hoewel er zelden een transactie plaatsvindt). Omdat de exploitatie van de landbouwgronden een redelijk constant verloop heeft fluctueren ook de inkomsten uit de porties in het verloop van de tijd weinig; daardoor krijgen die enigszins het karakter van een eeuwigdurende obligatie en fluctueert de prijs van de porties min of meer gelijk met de rentestand.
Zie ook: coöperatie, aandeel, eeuwigdurende obligatie.
|
