Ook: EMU-saldo.
Het overheidssaldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de overheid. Inkomsten en uitgaven worden daarbij geboekt in het jaar dat economische waarde tot stand komt, gewijzigd wordt of verloren gaat, of wanneer een recht dan wel verplichting ontstaat, veranderd wordt of wordt geannuleerd. Zijn er meer uitgaven dan inkomsten, dan spreekt men ook wel van ‘het overheidstekort’ of ‘het begrotingstekort'.
Voorbeeld
'Terwijl het kabinet waarschuwt voor begrotingstekorten, schetste het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag een rooskleuriger beeld over de eerste helft van het jaar. Er was geen tekort, maar juist een overschot op de begroting, van €8 mrd. ..... In de stukken van Prinsjesdag staat dat het kabinet rekent op een schuld van 45% eind dit jaar. Ook als het om het begrotingstekort gaat, is het kabinet somberder dan het CBS momenteel is. De miljoenennota gaat uit van een tekort van €18,5 mrd voor heel 2024, oftewel 1,6% van het bbp. ..... Het overheidssaldo en de schuldquote zijn belangrijke graadmeters voor de stand van de overheidsfinanciën. In Europese normen is vastgelegd dat het tekort per jaar maximaal 3% mag bedragen. De schuld mag aan het einde van het jaar maximaal 60% van het bbp bedragen.'
Bron: FD - 24-09-2024.
Zie ook: begrotingsregels, begrotingstekort, begrotingsoverschot, financieringssaldo, basispad, Verdrag van Maastricht, buitensporig tekort, buitensporig tekortprocedure.
|
