Ook: termijnrekening.
Een bedrag dat niet op ieder moment opeisbaar is (staat meestal vast voor wat langere tijd) en geplaatst is op een bankrekening, een depositorekening. In ruil voor het vastzetten van het bedrag wordt een relatief hogere rentevergoeding ontvangen dan op een rekening-courant / zichtrekening.
De eigenaar van het deposito weet bij aanvang welke rente hij zal ontvangen voor de gekozen looptijd. Naarmate de looptijd langer is, zal de rentevergoeding (doorgaans) hoger liggen.
De rente (interest) wordt meestal op de eindvervaldag betaald. Op dat moment valt het ingelegde kapitaal plus de interest vrij. Het geld kan dan gestort worden op de betaalrekening, of het kan weer vastgezet worden voor een nieuwe termijn. Voor die nieuwe periode kan de hoogte van de rentevergoeding verschillen met die van de eerste periode.
Wordt het het saldo voor het verstrijken van die looptijd (voor de eindvervaldag) weer opgevraagd, dan moet een boete aan de bank worden betaald.
De looptijd van een deposito kan variëren van een dag (zogeheten daggeld) tot enkele (of zelfs 10 of 20) jaren, maar in de praktijk wordt meestal een minimale looptijd van een week aangehouden.
Bij een looptijd tot ongeveer een jaar spreekt men van een kortetermijndeposito of termijndeposito, bij langere looptijden van een langetermijndeposito of spaardeposito.
Zie ook: sparen, spaarrekening, inleg, depot, uitzetten, fixe-deposito, daggeld, depositorente, funding ratio.
|
