Genoemd naar de econoom Thorsten Veblen.
Een goed met een positieve prijselasticiteit: bij een stijgende prijs neemt de vraag toe en en bij een dalende prijs daalt ook de vraag.
Een Veblen-goed is een uitzondering; gewoonlijk is de prijselasticiteit negatief; het ging bij Veblen om keuzeproblemen bij exclusieve goederen. Te denken valt aan (moderne) kunst; zolang de prijs stijgt neemt de vraag toe omdat de superrijken elkaar willen aftroeven en publiciteit zoeken. Als de prijs daalt is men niet meer geïnteresseerd.
Voorbeeld
'Zeer vermogende mensen leven in hun eigen wereld. Ze merken dat luxe aan inflatie onderhevig is door de toename van nieuwe rijken. Met dank aan sociale media zijn luxeartikelen overal zichtbaar. Luxe is een spel geworden dat iedereen kan meespelen — en dus niet meer leuk is. De Amerikaanse econoom Thorstein Veblen introduceerde in 1899 het fenomeen van ‘opzichtige consumptie’. Luxe is status. Kopers betalen met liefde veel teveel om anderen af te troeven. De vraag neemt juist toe als prijzen stijgen. Het gevoel van schaarste en rivaliteit wordt momenteel echter anders beleefd. Veblen zou glimlachen: statussymbolen zijn niet langer spullen, maar verhalen die je kunt vertellen.'
Bron: FD, column Bartjens - 14-11-2025.
Zie: prijselasticiteit, trofeeënmarkt, luxegoederen, statusgoederen, blingbling, keeping up with the Joneses, wat de gek ervoor geeft. Vergelijk: Giffen-goed.
|