Aanduiding voor kleine pensioenvoorzieningen, meestal het in privé gespaarde bedrag in de zogeheten derde pijler in het pensioenstelsel. Maar ook een stelsel van individuele pensioenpotjes die in een eventueel nieuw pensioenstelsel zouden worden beheerd door de bestaande pensioenfondsen, in tegenstelling tot de grote eenvormige collectieve pensioenpot zoals tot nu toe gebruikelijk.
Ook de verschillende kleine pensioentjes die men in de loop van een wisselende loopbaan heeft opgebouwd - per stuk vaak niet meer dan een paar honderd euro - worden pensioenpotjes genoemd.
In het nieuwe pensioenstelsel dat naar verwacht in juli 2023 zal ingaan heeft de term een andere betekenis: iedere deelnemer krijgt een 'eigen' pensioenpotje. Voor jongere deelnemers kan dat meer risicovol belegd worden dan voor oudere deelnemers.
Voorbeeld
- 'De SER onderzocht allerlei opties en pleit nu voor een persoonlijk pensioenpotje. Bij zo'n potje kan de deelnemer altijd zien wat hij heeft opgebouwd en wat hij straks gaat ontvangen. De individuele premie-inleg komt alleen ten goede aan de betreffende deelnemer en kan niet worden gebruikt voor het aanvullen van tekorten bij andere deelnemers.'
Bron: Aegon - 23-05-2016.
- 'Eigen pensioenpotjes: vloek of zegen? - De Sociaal-Economische Raad (SER) is naar verluidt vergevorderd met zijn plan voor een nieuw pensioenstelsel met individuele pensioenpotjes en collectieve buffers. Werknemers sparen dan pensioen in hun eigen potjes en naarmate ze dichter bij hun pensionering komen wordt dat potje omgezet in een levenslange uitkering. Om nog wel de beleggingsrisico’s te blijven delen tussen jong en oud, willen de sociale partners een collectieve buffer toevoegen.'
Bron: FD - 17-04-2017.
Zie ook: potje, pensioen, pensioenstelsel, collectieve buffer. Vergelijk: pensioenpot.
|
