- De beëindiging (het staken) van een activiteit.
Bijvoorbeeld de staking van een onderneming.
- Ook: werkstaking.
Het tijdelijk neerleggen van het werk een of meer groepen werknemers als protest, of met het doel kracht bij te zetten aan bepaalde sociale of financiële eisen (over het algemeen nadat gesprekken daarover zijn vastgelopen) of om andere werknemers in hun eisen of grieven te ondersteunen.
Voorbeeld
'Werknemers staakten in 2021 22 keer, dat was meer dan in 2020 toen er 9 stakingen waren. Doordat er minder werknemers betrokken waren, gingen er het afgelopen jaar wel minder arbeidsdagen verloren door stakingen, 59 duizend tegen 211 duizend in 2020. ......In 2019 legden werknemers 26 keer het werk neer. In 2020, toen de coronamaatregelen begonnen, nam het aantal stakingen af tot 9. Met 22 stakingen in 2021 is het aantal stakingen weer op het gemiddelde uitgekomen van de afgelopen twintig jaar. Het aantal betrokken werknemers bij de 22 stakingen in 2021 is met 28 duizend lager dan in 2020 (105 duizend). Het aantal verloren arbeidsdagen door stakingen valt met 59 duizend ook een stuk lager uit dan in 2020 (211 duizend).'
Bron: CBS.nl - 29-04-2022.
Engels: strike.
- Als Engelse term ('staking', uitgesproken als 'steking') gebruikt bij cryptografisch geld: het aankopen van cryptomunten om deze een bepaalde periode in de (Bitcoin) wallet te bewaren (vast te houden). Te vergelijken met het storten van geld op een bankrekening en dat dan vast zetten of uit te lenen voor een vaste periode.
Als vernederlandste term wordt ook wel 'staken' gebruikt.
Ad 2, zie ook: vakbond, stakingsgolf, estafettestaking, wilde staking, centraal weerstandsfonds. Vergelijk: boycot, bossnapping, staking van een onderneming.
|
