Ook: Jevons-paradox, Jevons-effect.
Aanduiding voor theorie dat technologische vooruitgang die tot doel heeft de efficiëntie van een bepaald product te verhogen, ook een toename - in dezelfde mate of zelfs meer - van de consumptie van het betreffende product tot gevolg heeft.
Deze paradox werd voor het eerst beschreven door de Engelse econoom William Stanley Jevons in 1865. Jevons merkte op dat het verbruik van steenkool in Engeland sterk steeg nadat James Watt de stoommachine van Watt introduceerde, die de efficiëntie van de kolengestookte stoommachine sterk verbeterde ten opzichte van eerdere ontwerpen. De innovaties van Watt maakten steenkool een meer rendabele energiebron, wat leidde tot het toegenomen gebruik van de stoommachine in een groot aantal industrieën. Hierdoor nam het totale steenkoolverbruik toe, terwijl de hoeveelheid steenkool die nodig was voor een bepaalde toepassing afnam (die efficiëntie dus toenam).
Diezelfde trend is vandaag de dag waarneembaar in verschillende mainstream technologieën.
Voorbeeld
'Als lampen minder energie verbruiken, doen we meer licht aan. Als koelkasten efficiënter worden, stoppen we er een ijsblokjesmachine in, of we kopen er een vriezer bij. Als televisies minder stroom nodig hebben, maken we ze groter. De Britse econoom William Jevons beschreef dit al in 1865. Technologische vindingen die ervoor zorgden dat er minder steenkool nodig was om staal te maken, verminderden het gebruik van steenkool niet. Integendeel. Doordat er minder steenkool nodig was, werd de productie van staal goedkoper, net als de producten die eruit voort kwamen. Die lagere prijs deed de vraag naar die producten stijgen. En dus steeg het gebruik van steenkool weer. De Jevons-paradox.
Bron: NRC, column Marike Stellinga - 09-05-2025.
Engels: Jevons Paradox.
Vergelijk: Wet van Moore.
|