Overheidsjargon. Een stimulerende maatregel (uitgave of belastingverlaging) van de overheid die méér oplevert dan deze kost, doordat deze zich deels terugverdient.
Bijvoorbeeld het doorvoeren van een verlaging van de inkomstenbelasting, waardoor de prikkel om extra te werken groter wordt, de nationale productie vervolgens stijgt, de belastingopbrengsten toenemen en werkloosheidsuitgaven afnemen.
Noot: een vergelijkbare redenering gaat ook schuil achter de Laffercurve.
Voorbeeld
'Met zorg zal de Fed naar de Big Beautiful Bill kijken. Die is inmiddels aangenomen. Ik vind het altijd lastig om een goed overzicht te krijgen van de inhoud en de consequenties van deze grote Amerikaanse begrotingswetten. De heersende opvatting is dat het begrotingstekort, nu al bijna 7% BBP, fors zal toenemen. Trump c.s. menen dat er zulke grote ‘inverdieneffecten’ zijn dat het allemaal wel mee zal vallen. Dat kennen we. In Nederland is in het verleden ook vaak gediscussieerd over inverdieneffecten. Die bleken vooral theoretisch van aard.'
Bron: crystalcleareconomics.nl, analyse Han de Jong - 04-07-2025.
Zie ook: begroting, rijksbegroting, stimuleren van de economie. Tegenovergesteld: uitverdieneffect.
|