De rijksbegroting is het overzicht van de inkomsten en uitgaven voor het komende jaar van alle ministeries. De rijksbegroting bestaat uit de deelbegrotingen van de afzonderlijke ministeries.
Voor Nederland geldt: ieder jaar op Prinsjesdag biedt de minister van Financiën namens het kabinet de rijksbegroting en de Miljoenennota aan de Tweede Kamer aan. Elke begroting wordt in de vorm van een wetsvoorstel aan de Tweede en Eerste Kamer voorgelegd. Net als andere wetsvoorstellen is de begroting (het begrotingsvoorstel) opgebouwd uit artikelen, die elk staan voor een beleidsdoel dat de regering wil bereiken, hoe de regering dit wil bereiken, en wat de bijbehorende kosten zijn. Het geheel van wetsvoorstellen moet die door de Tweede en Eerste Kamer behandeld en goedgekeurd moeten worden. Daarna kan vanaf 1 januari in het nieuwe jaar het geld uitgegeven worden en kan de belastingdienst het geld innen.
Zie ook: openbare financiën, budget, begroting, budgetrecht, tegenbegroting, huishoudboekje, staatskas, begrotingsdiscipline, onderuitputting, financieringsoverschot, financieringstekort, staatsschuld, staatskas, Macro-Economische Verkenning, Miljoenennota, Prinsjesdag, Algemene Financiële Beschouwingen, algemene politieke beschouwingen, Dag der verantwoording, voorjaarsnota, najaarsnota, Staten-Generaal, accres, accresmethode, inverdieneffect, uitverdieneffect, Zalmnorm, Maastrichtnorm, begrotingssaldo, begrotingstekort, begrotingsoverschot, primair begrotingstekort, primair begrotingsoverschot, schuldhoudbaarheid, schuldenplafond, eurocrisis, sixpack (EU), twopack (EU), begrotingscommissaris, Economic Semester Officer.
|
