Een economische indicator waarvoor verschillende definities bestaan:
- Het beschikbaar inkomen van gezinnen minus de consumptieve bestedingen.
- De besparingen in het kalenderjaar kunnen ook gedefinieerd worden als het verschil in het vermogen van gezinnen aan het begin en aan het einde van het jaar; er wordt hier gekeken naar de vermogensaanwas. Het saldo van de vermogenswinsten en -verliezen geeft aan hoeveel gezinnen extra kunnen consumeren zonder in dat jaar in te teren op hun vermogen.
Er bestaat geen (internationale) consensus onder statistici en economen welk besparingsbegrip het beste aansluit bij de economische realiteit. De eerste definitie is in de macro-economie de meest gangbare.
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Zie ook: sparen, spaargeld, consumptie, consumptieve bestedingen, vermogen, vraaguitval.
|
