- Van economische zelfstandigheid van een persoon is sprake indien deze zichzelf financieel kan bedruipen, economisch zelfredzaam is.
- Van economische zelfstandigheid is sprake als de inkomende geldstroom hoger is dan de uitgaande. Anders gezegd: er wordt winst gemaakt.
- Het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hanteert als definitie :
'Situatie waarbij het persoonlijke inkomen uit arbeid of eigen onderneming hoger is dan de bijstandsuitkering voor een alleenstaande'.
Dus zodra men meer verdient dan het zogeheten bijstandsniveau is er sprake van economische zelfstandigheid volgens deze definitie.
Het gaat hierbij om inkomsten uit arbeid en winst uit onderneming. Uitkeringen dragen niet bij aan economische zelfstandigheid.
Voorbeeld
- 'Steeds meer vrouwen zijn economisch zelfstandig, maar de echte groei is er wel een beetje uit, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dit najaar. Het blijft hangen op 70%. Economisch zelfstandig zijn betekent dat je met je netto-inkomen uit werk minimaal het bijstandsniveau haalt. Een ruimer en beter begrip dat onderzoekers hanteren is ‘financiële onafhankelijkheid’, wat wil zeggen dat je minimaal het minimumloon binnenbrengt. Daar slaagt 59% van de vrouwen in. ... Maar hoe financieel onafhankelijk ben je echt? Durf je je eigen keuzes te maken en redt je jezelf goed in geval je er alleen voor komt te staan na scheiden of overlijden van je partner?'
Bron: FD - 04-11-2025.
- 'Vrouwen steeds vaker economisch zelfstandig - Twee derde van alle vrouwen (exclusief scholieren, studenten en gepensioneerden) verdiende in 2021 met werken minimaal het bijstandsniveau (1 080 euro netto per maand) en was daarmee economisch zelfstandig. Mannen waren dat met ruim 81 procent vaker. Op 2020 na steeg het aandeel economisch zelfstandigen bij mannen en vrouwen vanaf 2014 jaarlijks, al was de groei bij vrouwen sterker.'
Bron: CBS Emancipatiemonitor 2022.
Het begrip economische zelfstandigheid is enger qua definitie dan de term financieel onafhankelijkheid.
Zie ook: financieel onafhankelijk, arbeid, loon, inkomen, kostwinner, kostwinnersdruk, vermogen, kasstroom, positieve kasstroom, winst, bijstandsniveau, deeltijdwerk, deeltijdklem. Vergelijk: financieel kwetsbaar, financieel onafhankelijk.
|