Een maatschappijsysteem waarin de wetgevende macht aan burgervergaderingen wordt toegekend die economische, industriële, agrarische en professionele groepen vertegenwoordigen. Hierin spelen niet verkozen groepen een belangrijke of zelfs beslissende in het besluitvormingsproces, dit in tegenstelling tot het pluralisme, waar vele groepen strijden voor de controle van de staat.
Ook wordt over corporatisme gesproken als een vorm van kapitalisme waarbij de vrije markt is weggedrukt door de enorme politieke invloed van grote bedrijven. Die grote bedrijven hebben 'diepe zakken', en kunnen langs juridische weg en via lobbyisten een sterke invloed op de politiek uitoefenen, hetgeen ten koste gaat van andere, minder machtige groepen (zoals de gewone burger).
Engels: corporatism.
Zie ook: multinational, plutocratie, grootkapitaal, lobby, lobbycratie, cliëntelisme, oligarchie, corporocratie, schaduwelite, captains of industry, old boys network. Vergelijk: paternalisme, kapitalisme, communisme, technocratie, lobbycratie, oligarchie.
|
