Een term die veel wordt gebruikt bij advies- en advocatenkantoren.
De advocaten en adviseurs brengen hun klanten een fee in rekening en worden daarom 'fee-earners' genoemd, in tegenstelling tot het ondersteunende personeel dat wordt aangeduid met 'fee-burners' ('overhead').
Voor zover de fee-earners persoonlijk belang hebben bij hogere inkomsten is er bij hen vaak een streven om de verbranding op een zo laag mogelijk pitje te zetten, wat uiteindelijk natuurlijk ten koste van de kwaliteit van de dienstverlening leidt.
Voorbeeld
'De beste wél te becijferen eenheid in Nederland is de omzet per advocaat, fiscalist of notaris. Kantoren spreken over de fee-earners. Volgens door de grootste vijf kantoren aan vakmedium Advocatie verstrekte gegevens telde De Brauw in 2024 343 van deze fee-earners, Nauta 284, Houthoff 310, Stibbe 232 en LoLo 354. Delen we deze op hun jaaromzetten van respectievelijk €212,8 mln, €187,4 mln, €136,0 mln, €135,4 mln en €402,8 mln, dan blijkt dat Loyens & Loeff de meeste omzet per fee-earner binnenhaalt. Maar ja, dat is door die lucratieve belastingtak. Laten we Loyens buiten beschouwing, dan scoort NautaDutilh het best.'
Bron: FD - 25-06-2025.
Bij banken en commissionairs wordt vaak een overeenkomstig onderscheid gemaakt tussen de front-office (waar het geld wordt verdiend door zakenbankiers en handelaren) en de back-office (die, zo denkt men vaak ten onrechte, alleen maar geld kost) en ondersteunende diensten.
Zie ook: maatschap, lockstep (model), up-or-out, uurtje-factuurtje, dealmaker, rainmaker, fee, overhead, verbranden, geld verbranden.
|