Ook: kluseconomie, schnabbeleconomie.
Nederlandse term voor het uit Amerika overgewaaide begrip 'gig economy'.
Bepaald werk wordt opgeknipt in losse, per stuk betaalde klussen. Vraag en aanbod in die klussen wordt vaak via internetplatformen bij elkaar gebracht.
Voorbeeld
- 'Platformeconomie, hoe werkt het voor alle deelnemers? - ...... "Platformen die vraag en aanbod van werk bij elkaar brengen worden geschaard onder de klusjeseconomie, in het buitenland ook wel gig economy genoemd. Het woord verklaart het al: het werk is in hapklare brokken geknipt, meestal zijn het kleine klusjes, repeterende werkzaamheden." '
Bron: flexnieuws.nl, artikel Interview met Martijn Arets - 16-11-2017.
- 'Werkplatforms brengen vraag en aanbod in werk bij elkaar. Het werk dat zo ontstaat wordt de kluseconomie genoemd. De kluseconomie is een klein deel van de totale platformeconomie en het aantal platformwerkers in Nederland is nog klein: ongeveer 1% van de beroepsbevolking.'
Bron: SER | Sociaal Economische Raad - 19-10-2020.
Engels: gig economy.
Zie ook: gig economy, gig worker, platformeconomie, platformwerk, hybride werkende, stapelbaan, kluswerker, schnabbel, dagloner, moderne slavernij, kleine-bufferkapitalisme, keurslijfeconomie, verdrukte midden. Download: Nieuw & Actueel 2017.
|
