Bedrag dat de Staat in een jaar 'tekortkomt' en dus moet lenen teneinde het financieringstekort en rente en aflossingen op de staatsschuld te kunnen financieren.
Formeel: de aflossingen op de gevestigde staatsschuld vermeerderd met het feitelijk tekort van het Rijk of verminderd met het feitelijk overschot van het Rijk.
Voorbeeld
'De Nederlandse staat zal dit jaar aanzienlijk minder hoeven lenen dan eerder gedacht. Het Agentschap van de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën schat de financieringsbehoefte voor 2017 nu op 48,7 miljard euro, terwijl eerder werd uitgegaan van 56,8 miljard euro. Volgens een verklaring hangt de bijstelling vooral samen met de flinke stijging van het verwachte kasoverschot door de sterker dan verwachte groei van de economie.'
Bron: DFT.nl - 22-09-2017.
Zie ook: staatsschuld, schuldenklok, staatsschuldquote, staatslening, trill, Agentschap van het Ministerie van Financiën, Agentschap van de schuld (België), financieringstekort, primair begrotingstekort, stimuleren van de economie, debt-to-GDP ratio, sovereign debt.
|
