Angst voor deflatie, zorgen over het zich voordoen van (ontstaan van) deflatie, deflatievrees.
De vrees is dan dat consumenten bestedingen uitstellen omdat de prijzen naar verwachting verder zullen dalen, wat leidt tot een neerwaartse spiraal van lagere vraag, afnemende productie en nog lagere prijzen, dus tot een afnemende economische groei.
Voorbeeld
- 'Het deflatiespook heeft de laatste maanden een opmerkelijke comeback gemaakt. De laatste jaren was de stijging van het prijspeil – de inflatie – steeds hoger dan wenselijk. Eind 2013 daalde de inflatie in de eurozone onder de 1%. In Spanje, Portugal en Griekenland daalde het prijsniveau zelfs ten opzichte van het jaar ervoor en dreigt een deflatoire spiraal. Deflatie is negatief. Consumenten stellen hun aankopen uit in de verwachting van verder dalende prijzen. Het gevolg is dat de vraag daalt en producenten daarop hun verwachtingen en productie naar beneden herzien. Dat zet de economische groei onder druk..'
Bron: Standaard.be - 07-01-2013.
- 'Het 'deflatiespook' is terug, voor het eerst in ruim vier jaar. Dat betekent dat de prijzen niet stijgen maar dalen. Een mogelijk gevolg is dat mensen bestedingen uitstellen, omdat producten later misschien nog goedkoper zijn. En dat leidt weer tot minder vraag en nog lagere prijzen.'
Bron: NOS.nl - 01-09-2020.
- 'De belangrijkste doelstelling van de ECB is ...... het bewaken van de inflatie, de consumentenprijzen. Idealiter dient de inflatie in een gezond draaiende economie te liggen tussen de 1,5 en 2 procent, maar het lukt de ECB al jaren niet dat voor elkaar te krijgen. En nu kijkt de centrale bank toch weer in de ogen van het deflatiespook: dalende consumentenprijzen.'
Bron: NOS.nl - 10-09-2020.
Zie ook: prijspeil, deflatie, Euro Area Deflation Index. Vergelijk: inflatiespook.
|
