Een vergoeding van (bijdrage aan) de gezamenlijke uitgaven van een huishouden door iemand die bij dat huishouden inwoont (de kostganger).
Het gaat dan om een bijdrage aan de kosten voor zaken als huur, hypotheek, energie, lokale heffingen, boodschappen, schoonmaak en wassen, telefoon, tv en internet.
De optelsom van deze kosten kan op verschillende manieren worden doorbelast, door het te delen door het aantal personen in het huishouden (inclusief de kostganger), te verdelen naar inkomen, of te verdelen naar verbruik.
Voorbeeld
'Van de thuiswonende 18- tot en met 30-jarigen betaalt 40% mee aan de huishoudelijke uitgaven, ook wel kostgeld genoemd. Vooral oudere thuiswoners en thuiswoners met een hoger inkomen betalen vaker kostgeld. Ook de woonsituatie van ouders lijkt een rol te spelen: kinderen van huurders betalen vaker kostgeld dan de inwonende kinderen van huiseigenaren. .... De financiën van thuiswoners die meebetalen aan de huishoudelijke uitgaven zijn gemiddeld minder goed dan van thuiswoners die geen kostgeld betalen. Zo is de kans dat zij financiële stress en schaarste ervaren en een studieschuld hebben significant groter. De kans dat ze geld overhouden en meer dan 2.500 euro spaargeld hebben, is juist kleiner.'
Bron: RaboResearch - 18-04-2025.
Zie ook: huishouden, vaste lasten, huishoudelijke uitgaven, verdeelsleutel, verrekenen, doorbelasten, geldstress, financieel kwetsbaar, financiële gezondheid. Vergelijk: kost en inwoning.
|