Letterlijk: fonds(en)stroom.
Term die gebruikt wordt in de context van beleggingsfondsen: het saldo van alle inkomende en uitgaande kasstromen in en uit de verschillende financiële activa.
De fondsstroom wordt doorgaans op maand- of kwartaalbasis gemeten. Er wordt geen rekening gehouden met de prestatie (het rendement) van een activum of fonds, alleen met aflossingen, betaalde bedragen voor aankopen, en ontvangsten als gevolg van verkopen. De netto-instroom creëert een overschot aan liquide middelen, waarmee fondsbeheerders weer kunnen beleggen; een netto-instroom creëert theoretisch een vraag naar effecten (zoals aandelen en obligaties).
Voorbeeld
'Fund flows november: flinke stap terug - De instroom van nieuw vermogen in Europese beleggingsfondsen deed in november een stapje terug doordat aandelenfondsen terugvielen. Vooral fondsen in Europese aandelen waren uit de gratie door toenemende zorgen over de situatie rond de nieuwe virusvariant omikron. .......Aandelenfondsen beleefden vanwege de angstsfeer de magerste maand sinds juli 2020. Beleggingsfondsen in Europese aandelen werden het hardst getroffen. Obligatiefondsen kenden juist een iets hogere instroom; 18,5 miljard euro en dat is 5 miljard méér dan een maand eerder.'
Bron: Morningstar - 21-12-2021.
Zie ook: kasstroom, mutatie, positieve kasstroom, negatieve kasstroom, verloopstaat, liquiditeitsprognose, beleggen. Vergelijk: Flow Of Funds.
|
