Een situatie waarin gezinnen en bedrijven (banken inbegrepen) met een grote schuldenlast gedwongen zijn activa te verkopen. Hierdoor zal de prijs van activa onder druk staan, waardoor vervolgens elders in het economische systeem solvabiliteitsproblemen ontstaan. Bedrijven zullen werknemers ontslaan en lonen verlagen, waardoor steeds meer gezinnen in financiële moeilijkheden raken, zij kunnen hun schulden niet meer aflossen. Kenmerk van schuldfinflatie is dat de poging van de ene groep (bedrijven) om schulden terug te brengen, de problemen van andere groep (gezinnen) vergroot; de nominale schulden blijven even groot, terwijl de de waarde van de activa en lonen afneemt.
Schuldinflatie kan getemperd of voorkomen worden door sociale zekerheid: indien ontslagen werknemers een behoorlijke werkloosheidsuitkering krijgen zal de consumptie redelijk op peil blijven en zullen prijsdalingen uitbodemen.
Het fenomeen schuldinflatie werd voor het eerst beschreven door de econoom Irving Fisher (1867-1947), een van de eerste Amerikaanse neoklassieke economen.
Engels: debt inflation.
Zie ook: werkloosheidsvallen, schuldenlast, schuldenval, problematische schulden, weginfleren. Vergelijk: schulddeflatie.
|
