Ook: fictieve rendement, forfaitair rendement.
Systematiek waarbij voorbij wordt gegaan aan het werkelijk ontvangen rendement en een vast rendementspercentage wordt aangenomen.
Bijvoorbeeld een rentepercentage dat door de fiscus wordt gehanteerd als belastbare opbrengst voor beleggingen.
Voorbeeld
- 'De meeste opdrachtgevers geven aan Van Opbergen [makelaar in Zeeland, red.] dezelfde reden aan om hun vakantiewoningen te koop te zetten: hoge belastingdruk. .... Buiten, voor het vakantiehuis op Ruiterplaat, rekent makelaar Michel het even voor. „Dit huis heeft een WOZ-waarde van 707.000 euro. Het fictief rendement waarmee de Belastingdienst rekent staat nu op ruim 5,8 procent. Dat gaat waarschijnlijk naar 7,6 procent, al is dat nog onzeker. Over dat rendement moet 36 procent belasting worden betaald in box 3, wat zou neerkomen op zo’n 19.500 euro.”'
Bron: NRC - 04-08-2025.
- 'Over spaartegoeden in box 3 moeten belastingbetalers vermogensrendementsheffing betalen. De Belastingdienst gaat ervan uit dat mensen jaarlijks 4 procent rendement maken op hun vermogen, bijvoorbeeld door te beleggen. Dat percentage is vastgelegd in de wet. Over dit zogenoemde ‘fictief rendement’ moeten mensen 30 procent belasting betalen. Dat komt neer op een belastingdruk van 1,2 procent.'
Bron: NRC - 12-01-2017.
Zie ook: forfaitair rendement, notioneel, notionele interestaftrek, wettelijke rente, rekenrente, belasting, belastingdruk, spaartaks.
|